De Sint Adriaanskerk
Op Ring 1 staat de N.H.Kerk, eertijds gewijd aan St.-Adriaan, de heilige van de huidenvetters. De kerk is omringd door een gracht. Het gebouw is een tweebeukige hallenkerk, grotendeels uit de 15e eeuw. Het vijfzijdige gesloten koor dateert uit de 14e eeuw. De toren verzakte al tijdens de bouw. De schuinstand hieruit voortkomend heeft men tijdens de bouw steeds gecorrigeerd, zodat de toren enigszins krom is geworden. Het oostelijk gedeelte van de zuidbeuk is in de 18e eeuw ingericht als grafkapel voor de ambachtsheren. Het bevat grafmonumenten voor de gebroeders Cornelis en Johan Ockerse en een grafmonument voor mr. Pieter Mogge van Renesse, ontworpen door A. Wapperon en uitgevoerd door Mathijs van Norge. Mr. Pieter Mogge bepaalde in zijn testament, dat de stad Zierikzee na zijn dood ƒ 420.000,- zou ontvangen voor het oprichten van een Hoge School. In 1873 is de zuidbeuk ernstig verminkt. Onder leiding van architect M.J.J. van Beveren werd de kerk van 1954-1968 gerestaureerd.
Het raadhuis
Ring 2 is het voormalige “plaetsenhuys”, het raadhuisje dat werd gebouwd in 1637. Het devies “Doet wel en vreest niemand” wordt rechts geflankeerd door het wapen van Jan Stavenisse, die geboren werd in 1590 en baljuw was van 1620 tot aan zijn overlijden in 1645. Dit wapen, dat symbolisch water voorstelt vergezeld van turven, duidt op het beroep van de stamvader, die voor 1400 bij Beldert fortuin maakte met de celnering (zoutwinning). Het wapen links was wellicht van de secretaris. In het midden van de gevel ziet u links het wapen van Zeeland, rechts het wapen van Dreischor en in het midden vrouwe Justitia. Dit verwijst naar de rechtspraak. Dreischor was eertijds een Hoge Heerlijkheid waar de vierschaar rechtsprak en zelfs de doodstraf mocht toepassen. In 1521 werden twee personen geëxecuteerd en in 1695 werd Joris Pieterse wegens “bloedschande” verbrand. In 1696 werd Laurens de Vos gebrandmerkt, omdat hij zijn vrouw had verlaten en haar kleding had meegenomen.
Op de top van de fraaie trapgevel is een gesmede aardbol met bliksemschichten aangebracht. Boven het zolderraampje hangt de bel, die op zondagmorgen na de kerkdienst werd geluid om de bevolking bijeen te roepen om de afkondiging van huwelijk of een verkoping aan te horen. Naast het poortje hangt de standaard-el, waaraan de plaatselijke lengtematen werden geijkt. Sinds 1995 wordt het pand als woonhuis gebruikt.
De kazerne
Ring 3 is een huis dat in het begin van de 20e eeuw werd bewoond door wel 25 personen, vandaar dat het in de volksmond de naam “de kazerne” kreeg. Volgens de schouwsteen werd het huis gebouwd in 1557. De ontlastingsbogen in het metselwerk duiden erop dat de vensterpartijen en de voordeur vroeger anders gesitueerd waren. Het huis werd in 1975/1976 volledig gerestaureerd.
Voormalige dorpsherberg
Ring 4 is de voormalige dorpsherberg, welke er eeuwenlang gehuisvest was. Het was logement, eethuis, café, maar ook werden er toneelvoorstellingen gegeven en werd er tijdens kermisdagen volop gedanst. De naam van het etablissement “De Drie Schapen” werd ontleend aan het vroegere gemeentewapen, waarmee de gevel nog wordt gesierd. Nu is het een ruim woonhuis
Oudste bestaande woonhuis en de timmerman
Ring 5 is het oudste bestaande woonhuis in Dreischor dat omstreeks 1520 werd gebouwd. Oorspronkelijk gotisch met twee trapgeveltjes. Let ook op het sierlijk stukje metselwerk boven de deur. Vanaf eind achttiende eeuw tot 1977 was er een timmerwinkel in gevestigd. De houten stoephekken herinneren hier nog aan. In 1978 werd het monument gerestaureerd en teruggebracht tot woonhuis. Op de stoep staat een waterput met een smeedijzeren hekwerkje en het deksel voorzien van een beveiliging. Kijken we even op de hoek, dan zien we een gevelsteen met de aanduiding hoe hoog het water heeft gestaan op 1 februari 1953.
De smid
Het pand op Ring 9 met de kleine ruitjes was een van de drie vroegere smederijen in Dreischor. De travalje bij de gracht wordt nu niet meer gebruikt.
De bankier
In het pand op Ring 13 was vroeger de Rabobank gevestigd. Dreischor had lange tijd tot 1973 een zelfstandige bank in het dorp.
De dokter
Ring 15 is het huis met de bijzondere stenen stoeppalen. Oorspronkelijk was dit het woonhuis van een boerderij met erachter een grote boerenschuur die in 1914 is verplaatst naar de Langeweg. Nadien woonde hier burgemeester Pieter Goemans (1830-1919). Naar hem werd de volgende zijstraat genoemd. Later betrok de dorpsdokter deze woning. De woning heeft als decor gediend bij de opnames voor de TV serie over het leven van Annie M.G. Schmidt.
De pastorie
Ring 16 is de voormalige pastorie. Het is één van de mooiste gebouwen in het dorp met de prachtig versierde dakkapel, de monumentale voordeur en de hardstenen stoep.
De schoenmaker
In het pand op Ring 17 was vroeger een schoenmakerij gevestigd.
De bakker
In het pand op Ring 19 was jarenlang een bakker/kruidenier gevestigd. Daarna werd het (weer) woonhuis.
De schilder en het café
De muurankers van Ring 22 dateren het pand. Jarenlang was er een schilderwinkel gevestigd en later een duikcentrum annex café. In 1969 werd het gerestaureerd en in oorspronkelijke stijl teruggebracht.
Het voormalige dorpshuis
Het gebouw nr. 32 is het voormalige dorpshuis van Dreischor en was gedurende een lange periode het sociale trefpunt. Hier was ook de peuterspeelzaal en de bibliotheek van Dreischor gevestigd. Het gebouw dateert van 1947 en was door de hoge ligging (de Ring is het hoogste punt van het dorp) en de betonnen verdiepingsvloeren een toevluchtsoord voor honderden mensen tijdens de watersnoodramp van 1 februari 1953. Momenteel is het pand in gebruik als woning en kantoor.
De kruidenier
Aan de Zuidstraat 12 is de voormalige dorpswinkel (kruidenier) van Van Dixhoorn gevestigd.
Al ruim honderd jaar prijkt op de voorgevel van het monumentale pand in de Zuidstraat een kleurrijke muurreclame. Met de rood-gele schildering werd door toenmalig kruidenier Berman vanaf 1907 reclame gemaakt voor het margarinemerk ‘Solo’. Deze, indertijd zogenaamde kunstboter, werd in 1900 door Anton Jurgens uit Oss op de markt gebracht. De introductie ging gepaard met een uitgebreide reclamecampagne in Nederland en België.
Nog een bakker
Op de hoek van de Zuidstraat en de Weststraat was vroeger ook een bakkerij gevestigd. Momenteel is het pand in gebruik als woonhuis en atelier van studio Onbekommerd.
Nog een smid
Op Weststraat 26 zat de smederij van Kloet, één van de drie smederijen die Dreischor vroeger rijk was.
Finse woning
Op de Stoofweg ziet u nog een oorspronkelijke Finse woning die de regering van Finland na de watersnoodramp van 1953 schonk aan de getroffen gebieden in Nederland.
De Hooge Hoeve
Aan het wandelpad, het Slingerbos, ligt tussen de hoge bomen de Hooge Hoeve. Deze boerderij uit 1764 ligt wat hoger, vandaar de naam. Naast het huis staat nog de bakkeet.
De molen
De korenmolen ‘De Koekoek’, voorheen Aeolus of Oostmolen geheten, dateert uit 1739. Aeolus was de zoon van Hippotes, die door Zeus was aangesteld als bewaker van de winden. Het is een flinke ronde ongetailleerde bovenkruier zonder stelling, nu gebruikt als woonhuis. Over de molen is elders in dit boekje meer informatie te vinden.
Museumboerderij Goemanszorg
Het was vroeger een echte boerderij dateert in oorsprong uit het begin van de 18e eeuw. Zij werd gebouwd op de plaats van een andere hofstede, die vanaf de eerste helft van de 17e eeuw wordt vermeld. Het woonhuis was toen veel eenvoudiger. De schuur was van hout en had een rieten dak. In 1815 kocht Jan Goemans de boerderij en gaf er de naam “Goemanszorg” aan. Elders in dit boekje treft u meer aan over het museum. Op de site van het museum staat de historie van dit gebouw uitgebreid beschreven.
Het praethuusje
Aan het begin van het dorp, vlak bij Windenburg, staat het praathuisje. Een plek waar mensen bij elkaar konden komen om de nieuwtjes van de dag uit te wisselen.
Jan Kip
Oudste man van Nederland (bij overlijden)
Jan Kip (1851-1958) was landarbeider. Hij was Dreischor’s oudste inwoner ooit. Hij werd 107 jaar en 241 dagen, en hij stierf op 21 november 1958. Lange tijd was hij de oudste man van Nederland. Toen hij overleed, waren er in Nederland slechts 50 mensen die ouder waren dan 100 jaar. Jan Kip was een goedlachse en vriendelijke man.
Na de watersnoodramp (op 102-jarige leeftijd) moest hij naar het ziekenhuis in Dordrecht waar hij bezoek kreeg van toenmalig koningin Juliana. Hij maakte op 30 april, Koninginnedag, zijn opwachting bij het defilé voor de koningin en in de daarop volgende zomer bezocht Juliana de getroffen gebieden waarop ze opa Kip weer ontmoette. Er is zelfs een straat naar opa Kip vernoemd in Dreischor, de Jan Kipstraat. Toen hij 105 jaar werd in 1956 kwam zelfs het Polygoon-journaal langs in het dorp, dat was echt een happening. Opa Kip was te zien in de bioscoop!
De transformatortoren
De transformatortoren aan het Slingerbos is gebouwd in 1828 en diende als verdeelpunt van – toen nog bovengrondse – elektriciteitsdraden. Via porseleinen isolatoren werden de hoogspanningsdraden van het huisje naar de elektriciteitsmasten gevoerd. Toen de stroomdistributie ondergronds ging verloor het transformatorhuisje zijn functie en kwam het leeg te staan. Het werd verkocht aan de toenmalige gemeente Brouwershaven. De Brouwse brandweer heeft het nog een tijd gebruikt als droogplaats voor brandweerslangen.
De travalje
Een travalje was een hoefstal voor een smederij, waarin een hoefsmid een paard vastmaakte om deze van nieuwe hoefijzers te voorzien. Ook bij sommige grote boerderijen stonden travaljes. Er waren ook travaljes die in de smederij zelf stonden. Dit is verleden tijd. Voor de tweede wereldoorlog maakten travaljes deel uit van het straatbeeld van de Zeeuwse dorpen en steden. Door de komst van tractoren werden de trekpaarden van de boeren overbodig, en de travaljes werden niet meer gebruikt. De hoefsmeden moesten naar ander werk uitzien.
Deze travalje dateert van 1888. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is hij niet meer gebruikt. In het jaar 2000 is deze in zijn geheel vernieuwd naar oorspronkelijk model. Het resultaat: een puntgaaf model, de mooiste van het eiland. Tegenover de hoefstal woonde vroeger de smid. Bij slecht weer kwamen de boeren en hun paardenknechten naar het dorp om hier de paardenvoeten te laten beslaan.
Tekening van een travalje in Dreischor door P.J. Padmos, januari 1980, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, tekeningen en prenten, recordnr. 488.
De pasveersloot
Een Pasveersloot wordt ook wel oxydatiesloot genoemd, en is een goedkope methode om water te zuiveren. De Pasveersloot van Dreischor wordt gezien als een belangrijk industrieel monument. Van 1960 tot 2001 deed de sloot dienst als bacteriologische zuiveringsinstallatie.
De Pasveersloot is volgens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) de aanzet geweest tot een belangrijke nieuwe ontwikkeling op het gebied van afvalwaterzuivering en was daarmee een mijlpaal op milieugebied. Het concept vond op grote schaal navolging en leidde tot internationale bekendheid. De installatie, genoemd naar zijn ontwerper dr. ir. A. Pasveer, is volledig behouden gebleven en kan in principe nog steeds functioneren.
Het bijzondere aan dit type rioolwaterzuiveringsinstallatie is niet zozeer dat de zuivering door bacteriën gebeurt (biologische zuivering), maar vooral het feit dat het afvalwater met daarin de zuiverende bacteriën in een ovaal circuit wordt voortgestuwd door een rotor. De beweging, waarbij ook zuurstof wordt ingebracht, is noodzakelijk om de bacteriën te activeren. Wanneer zij zich aan het organische vuil in het water te goed hebben gedaan, stopt de rotor en staat het water lange tijd stil, zodat de volgevreten bacteriën naar de bodem zakken. Het gezuiverde water kan worden afgevoerd via een slootje naar het afwateringskanaal. Vervolgens wordt er weer afvalwater in de Pasveersloot toegevoegd. De bacteriën krijgen weer honger en het zuiveringsproces herhaalt zich eindeloos.
Vuil water had twee tot drie dagen voor nodig om schoon te worden. Het gehele proces wordt vanuit het bedieningsgebouwtje automatisch gestuurd.
Naast de sloot bevindt zich een slibkelder die van de sloot is afgesloten door middel van schuiven. Wanneer de schuiven zijn geopend, kan het water de kelder binnen stromen. In het water bevinden zich slib en overtollige bacteriën. Het water in de kelder komt nagenoeg stil te staan. Daardoor kan het slib bezinken. Van tijd tot tijd wordt het slib uit de kelder naar een nabijgelegen ‘droogbed’ gepompt. Na droging wordt het slib afgevoerd en wordt het gebruikt voor bemesting van het land.
Toen de zuiveringsinstallatie van Dreischor in 2001 met pensioen ging, was het al enige tijd de oudste nog actieve rioolwaterzuiveringsinstallatie in Nederland. Bovendien is deze installatie uniek omdat het een bijzonder soort is: deze Pasveersloot heeft geen aparte nabezinktank. Van de ongeveer vierhonderd rioolwaterzuiveringsinstallatie in Nederland zijn er maar weinig van dit type. Deze rioolwaterzuiveringsinstallatie is één van de eerste uitvoeringen van het type Pasveersloot. Vandaar dat er voor deze ‘basisinstallatie’ veel belangstelling bestaat, onder meer vanuit verschillende ontwikkelingslanden en zelfs uit Japan.
Het water dat nu in het circuit van de Pasveersloot stroomt, is slootwater. De rotor en andere technische voorzieningen zijn in goede staat, maar ‘draaien’ slechts af en toe. In 2015 is deze pasveersloot rijksmonument geworden.
Slot Windenburg, Slotstraat 1
In de middeleeuwen telde Schouwen-Duiveland achttien kastelen. Dat is een groot aantal voor een relatief klein eiland. Het grote aantal kan worden verklaard uit het leenstelsel dat Karel de Grote in de achtste eeuw invoerde om het besturen van zijn grote Frankische rijk mogelijk te maken. Karel de Grote verdeelde zijn land in graafschappen, hertogdommen en kleine ambachtsheerlijkheden, die hij liet besturen door zijn vertrouwelingen. Via erfopvolging werd het bestuur overgedragen op de kinderen van de ambachtsheren. In Zeeland werd een ambachtsheerlijkheid gesplitst wanneer een ambachtsheer meerdere zonen had. Het gevolg daarvan was, dat de grondgebieden vaak werden gesplitst, het aantal grondgebieden groter werd, maar de omvang per grondgebied kleiner. Uiteindelijk telde Schouwen-Duiveland 32 ambachtsheerlijkheden.
Het huis op Slotstraat 1 staat op de plaats waar de rijke adellijke ambachtsheer Adolf van Kleef tussen 1467 en 1470 kasteel Windenburg liet bouwen. Het kasteel had muren van 3,5 meter dik en had een donjon met een diameter van 17,5 meter. Het werd voor omgerekend € 908,- gebouwd. Van Kleef woonde hier. Ook gebruikte zijn vertegenwoordiger, de baljuw, het kasteel. Het kasteel werd gebruikt om recht te spreken.
Het kasteel was omgeven door een gracht waar zwanen in zwommen. De gracht had een praktische functie: door de vele splitsingen van grondgebieden ontstonden grensconflicten. De gracht was onderdeel van de verdediging van het kasteel. Aan de poort was een stenen leeuw te zien. Tegenover het kasteel lag een park.
Het pand raakte in verval. Ambachtsheer Cornelis de Jonge liet in 1822 door de stadsbouwmeester van Zierikzee berekenen hoeveel de 240.000 stenen bij sloop van het kasteel zouden opbrengen. In 1837 liet De Jonge het pand afbreken en verkocht hij de materialen waaruit het slot was opgetrokken voor 3475 gulden aan een Brouwse timmerman. Het enige dat bewaard is gebleven is de gevelsteen die van 1401 tot 1837 de ingang van Dreischor sierde. Deze steen is teruggeplaatst in het huidige pand, dat in 1956 is gebouwd als ambtswoning voor de burgemeester van Dreischor. Door gemeentelijke herindeling (waarbij Dreischor onderdeel werd van de gemeente Brouwershaven) verloor het gebouw in 1961 al weer zijn functie als ambtswoning. Toen de voormalig burgemeester van Dreischor in 1968 het pand verliet, is het verkocht aan een particuliere eigenaar.